Verslag en video van webinar waterstof nu online!

29 maart 2022

Op 18 maart gingen politici van GroenLinks en PvdA (Mohammed Chahim, Bas Eickhout, Suzanne Kröger en Joris Thijssen) met elkaar in gesprek over waterstof. Een levendige discussie met bijna 100 deelnemers was het gevolg. Duidelijk werd dat het een lastige discussie is, niet over wat PvdA en GroenLinks willen bereiken maar wel over hoe daar te komen., dat is het grote vraagstuk. Dat er sturing vanuit de overheid nodig is is bijvoorbeeld duidelijk maar in welke mate: subsidies, belastingen, richtlijnen of zelfs aanwijzingen? Veel consensus, maar de zoektocht en het politiek debat zullen nog wel een tijdje doorgaan.

Als aftrap presenteerde het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks de aanbeveling uit de recente studie Greening hydrogen – Big issues around a small molecule en presenteerde PvdA Duurzaam enkele aanvullende aanbevelingen.

Waterstof is onmisbaar in de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Omdat we zowel vervanging nodig hebben voor fossiele energiedragers (groene stroom), als voor materialen die met fossiele grondstoffen worden gemaakt (vooral in de chemie) .Groene waterstof wordt gemaakt uit water en groene stroom, door middel van elektrolyse. Het kan worden gebruikt als energiedrager en als grondstof, ter vervanging van fossiele brandstoffen. Maar de productie ervan vraagt veel groene stroom. Groene waterstof zal daarom tot ver in het volgende decennium schaars zijn. Dat vraagt om keuzes in het kader van een groene industriepolitiek.

De belangrijkste aanbevelingen is daarom dat heel goed en duidelijk gekozen wordt voor welke doeleinden groene waterstof wel en niet ingezet mag worden. Zolang het nog schaats is. En dat dat ook afdwingbaar is. Het voorstel is om dat vorm te geven met een hele goede waterstofladder; een keuze schema wanneer wel en niet waterstof ingezet mag worden. Verwarming van gebouwen is daarmee bijvoorbeeld voorlopig ongewenst. Van het werken met zo’n ladder kan ook een stimulans uitgaan om eerst zo veel mogelijk te bezuinigen op energieverbruik en om voor andere processen of grondstoffen te kiezen. Zoveel mogelijk kiezen voor elektrificering, waarbij de groene stroom rechtstreeks wordt gebruikt en kiezen voor meer houtbouw in plaats van staalbouw bijvoorbeeld. We moeten als Nederland ook zeker niet alles zelf willen produceren. Dat is niet haalbaar en andere zuidelijk gelegen landen in Europa en daarbuiten hebben een veel betere uitgangspositie hiervoor, omdat daar de potentie om duurzame stroom op te wekken veel groter is. Afspraken maken met die landen, het beste in EU-verband, biedt kansen voor duurzame economische ontwikkeling in het zuiden, mits er duurzaamheidscriteria komen die biodiversiteit beschermen en verzekeren dat de lokale bevolking meeprofiteert. Een sociaal aspect binnen de energietransitie dat veel meer aandacht verdient.

In de Nederlandse waterstofstrategie is tot nu toe een belangrijke plaats ingeruimd voor blauwe waterstof. Deze wordt gemaakt uit aardgas, waarbij – zo is de bedoeling – het grootste deel van de CO2-uitstoot wordt opgeslagen onder de zeebodem. Blauwe waterstof zou de industrie in staat stellen om haar installaties alvast om te bouwen naar waterstof, in afwachting van groene waterstof. Maar blauwe waterstof veronderstelt een ruime beschikbaarheid van (Russisch) aardgas. Sinds de Russische aanval op Oekraïne wil de EU snel afkicken van Russisch aardgas. Blauwe waterstof is daarmee zo goed als ‘dood’, net als het idee van aardgas als transitiebrandstof. Door de sterk gestegen gasprijs is groene waterstof nu al goedkoper dan grijze of blauwe waterstof.

Nederland staat dus voor de uitdaging om de productie van groene waterstof snel op te schalen. Dat vereist op z’n beurt een enorme uitbreiding van de opwek van groene stroom, om te voorkomen dat de electrolysers groene stroom wegkapen van andere gebruikers en daarmee de vergroening van de stroommix vertragen. Een reden te meer om voorrang te geven aan energiebesparing en de directe elektrificatie van de industrie, zodat we groene waterstof alleen daar gebruiken waar er geen alternatieven zijn.

Zoals ook uit vragen en opmerkingen van de aanwezigen bleek, is de ombouw naar een duurzame economie en een groene industrie nog met veel onzekerheden omgeven. Hoe goedkoop kunnen we groene waterstof straks maken, en kan dat zonder nieuwe afhankelijkheden rond heel specifieke materialen. Hoe transporteren we die groene stroom of moleculen door Europa en van buiten naar Europa? Welke nieuwe technologieën en producten gaan nog worden ontwikkeld, ook in andere landen? Welke invloed gaat er uit van de ontwikkeling naar een kringlooplandbouw en een circulaire economie? Maar ook politieke vragen: komen we tot een Europese aanpak of is het ieder land voor zich? Tegelijkertijd is de urgentie hoog, zowel vanuit klimaatoogpunt als vanwege de noodzaak om geen gas uit Groningen en Rusland meer te gebruiken. Wordt vervolgd.

Kijk hier het webinar terug.